Skip to main content

Rechtvaardigheid

Het lijkt wel of tegenwoordig overal discussie over moet ontstaan. Iedereen lijkt overal een mening over te hebben. Veel mensen kunnen de onbedwingbare neiging die mening wereldkundig te maken via media en sociale media niet weerstaan. Het lijkt wel of we tegenwoordig de hele dag door op elkaar aan het reageren zijn. Ik zie het ook bij onze kinderen. Zij verstouwen dagelijks grote hoeveelheden informatie en ze staan de hele dag door in contact met leeftijdgenoten. Never a dull moment kun je zeggen. Saai is het inderdaad zelden. En als het saai dreigt te worden klikken ze direct op iets anders.

informatiebrij 2Ik vraag me weleens af of de hoeveelheid informatie die wij tegenwoordig vrijwillig tot ons nemen niet ten koste gaat van de diepgang van onze contacten. Maar dat schijnt een ouderwetse opvatting te zijn. Gedragswetenschappers en media-deskundigen zeggen dat het niet is aangetoond dat de overkill aan informatie slecht voor ons zou zijn. Het is een andere vorm van met elkaar communiceren.
Jongere generaties weten niet beter, terwijl ouderen er meer moeite mee hebben. Het ‘probleem’ zit volgens die deskundigen niet bij de jongere generaties, maar bij de oudere (waartoe ik mijzelf dan maar even reken). Er is sprake van een ‘waardeoordeel’. Als ouders vinden dat hun kind teveel ‘op sociale media zit‘, dan gaat het niet alleen om het aantal uren, maar vooral om de kwaliteit van wat er wordt gedeeld. “Waarom kijk je naar die onzin?” vraag ik dan aan onze jongste (13), “wat heb je daar nu aan?” Het antwoord op die vraag dat mij als een spiegel wordt voorgehouden is confronterend. “Ik kijk naar domme grappen. Jij kijkt naar films waarin mensen elkaar doodmaken.” Het is maar vanuit welk perspectief je kijkt en, inderdaad, waarom zou het ene waardevoller zijn dan het andere?

De tijd ligt nog niet zo ver achter ons dat voor veel mensen de Bijbel een bron van absoluut gezag vertegenwoordigde. De Bijbel was het woord van God, onfeilbaar en alles bepalend. Menselijk gezag en autoriteit zijn op een gegeven moment feilbaar, maar het gezag van God was de enige norm die niet voor kritiek vatbaar was. Als de Bijbel, op gezag van God, zei dat iets ‘verwerpelijk’ was, dan aanvaardde je dat als lezer. Dat aanvaarden noem je ‘geloven.‘ Zo hadden de Tien Geboden bij voorbeeld verstrekkende geldigheid voor ons dagelijks leven en samenleven.
Doorslaggevend voor hem was dat je als mens ernaar streeft je leven zo in te richten dat het in zijn totaliteit een antwoord is op de oproep van God om rechtvaardig te leven. Rechtvaardigheid dus. “Doe wel en zie niet om”, zegt mijn moeder altijd. Dat ligt ongeveer in dezelfde lijn.

Belangrijker dan de vraag of iets ‘nuttig’ is, is de vraag of wat je doet ‘rechtvaardig’ is. Laat jij in wat jij doet de ander in zijn waarde, dan help je de ander om zijn eigen waarde en waardigheid te ontdekken.
Dat is rechtvaardigheid. Dat een mens tot zijn recht komt en mens kan zijn te midden van andere mensen. Een behartenswaardige gedachte.

ds. Ary Braakman