Skip to main content

Gemakkelijke oordelen achteraf

{image path="images/2019/07/02_46c4817cda_7werkenvanbarmhartigheid.JPG"}

Tijdens onze meivakantie in het oostelijk deel van Duitsland las ik het indrukwekkende boek ‘De wintertuin. Een Duitse familie in de lange twintigste eeuw’ van Jan Konst, hoogleraar Nederlandse letterkunde in Berlijn. In het boek beschrijft hij de levens van 4 generaties van een familie in Meissen (zijn schoonfamilie).
Niet alleen was het heel bijzonder om dit boek te lezen in de omgeving waar de levens van deze mensen zich afspelen, maar ook om te lezen hoe ze omgaan met de bijzondere omstandigheden die hen treffen (Eerste en Tweede Wereldoorlog, de crisis, de DDR-tijd, de Wende). Daarbij roept het regelmatig de vraag op: hoe zou ik gereageerd hebben?

In een interview in de NRC van 12 april 2018 zegt Konst:
Als Meissen in 1939 ‘judenrein’ wordt verklaard, zoals dat werd genoemd, zet de familie haar alledaagse bestaan gewoon voort. Hoe hebben latere generaties daarop teruggekeken?
„Natuurlijk is dat een thema, zoals bij alle Duitse families uiteindelijk de vraag op tafel komt: waarom hebben jullie niets gedaan? Maar veel verder dan de vaststelling dát ze niets gedaan hebben kom je niet.
„Na de Kristallnacht, zoals de propaganda-term luidt van de gruwelijke pogrom in 1938, was het stil in Duitsland. Er kwam geen burgerlijk verzet. Waarom niet? Omdat een heleboel mensen het ermee eens waren? Of hielden ze zich afzijdig uit angst voor hun eigen leven? Of kon het ze niets schelen?

„Wat deze familie typeert, in alle vier de generaties, is dat ze zich op een enkele uitzondering na politiek afzijdig hebben gehouden. Dat was hun overlevingsstrategie. Afstand houden tot de politiek. En ik denk eigenlijk dat altijd tachtig procent van de mensen zo’n houding inneemt. „Als je in een democratie leeft heb je niet voortdurend te maken met morele vragen, die je in een dictatuur wél moet beantwoorden. Wij hoeven ons niet af te vragen wat er gebeurt als we geen partij kiezen. „Dat zou ons ervan moeten doordringen hoe gelukkig we zijn. En het zou ons een zekere bescheidenheid moeten geven bij het oordelen over mensen die wél in een dictatuur leven. Als ze geen verzetshelden zijn betekent dat nog niet dat je ze moet afwijzen. Het is zo makkelijk mensen achteraf te veroordelen.

„Ik denk weleens: kijk eens naar de tijd waarin wij leven. Hoe zouden latere geslachten erover oordelen dat wij jaarlijks duizenden mensen in de Middellandse Zee laten verdrinken? Ook daarover is het relatief stil. Maar we weten er allemaal van. „Nu kun je zeggen: de Kristallnacht had plaats in eigen land, de Middellandse Zee is ver weg. Maar in onze geglobaliseerde wereld kun je niet meer zeggen: dit is niet ons pakkie-an. Toch doen de meeste mensen niets. Ze dragen geen persoonlijke schuld, maar ze komen ook niet in opstand. En een kernverschil met de ja-ren dertig: voor ons zou het oneindig veel makkelijker zijn om te handelen dan het toen was.”

Het zijn grote vragen die zomaar over de lezer heen rollen. Vragen die je ook in vakantietijd niet zomaar kunt wegschuiven…

ds. Menno Valk