Skip to main content

Verwarrende tijden

Vorige week zijn Roelie en ik naar de theatervoorstelling Alleen familie van Huub Stapel geweest. Een prikkelende en ontroerende voorstelling over Stapels familie, maar die je onherroepelijk brengt bij je eigen gezin/familie.

Er waren twee zaken die er voor mij uitsprongen: allereerst natuurlijk die ontdekking die hij had gedaan bij Verborgen verleden, nl. dat zijn vader zich aan het begin van de Tweede Wereldoorlog aangesloten had bij de NSB. Een jaar later trekt hij zich terug uit die beweging en verzoent zich met zijn familie.
Geconfronteerd met die ontdekking citeert Huub in de uitzending de woorden van Jezus: ‘Hij, die zonder zonde is werpe de eerste steen’. De ontdekking is echter schokkend voor hem. Maar hij is blij dat zijn vader ‘heeft ingezien dat hij op een heilloos en doelloos pad was’. Gelukkig ontdekt hij ook dat zijn vader later in het verzet heeft gezeten. Het was niet gemakkelijk om in een verwarrende tijd als die Tweede Wereldoorlog de juiste weg te kiezen. Wie was een held, Onrecht aangedaan kleinwie een verrader? Dat kwam ook goed naar voren in het beeld dat hij schetste van een tante, die verplicht een Duitse soldaat moest herbergen in huis en moest voorzien van eten. Haar man was vlak voor de oorlog overleden en ze had ruimte in huis. Ze had hier niet voor gekozen, maar werd desondanks na de oorlog kaalgeschoren omdat ze had geheuld met de vijand…

Voor mij was dit de tweede rode draad door de voorstelling: het verzet tegen onrecht. Je hoort de boosheid en de pijn als hij vertelt dat de werkgever van zijn vader had verzuimd om pensioenzegels te plakken. Daardoor had zijn moeder na de dood van haar man (toen Huub 21 was) maar een karig pensioen gekregen. Dat had zijn lieve moeder toch niet verdiend. Net zomin overigens als de Groningers en de slachtoffers van de uitkeringsaffaire hun onrechtvaardige behandeling verdiend hadden. Maar wie van de politici, ambtenaren of andere verantwoordelijken had oog voor hen en durfde zich voor hen in te zetten?

Aan het einde van de voorstelling lijkt Stapel de grens ver te trekken: is niet ieder ander familie van mij? Het deed me denken aan die woorden van Jezus: ‘Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder’ (Matteüs 12: 50). Voor wie zetten wij ons in? Voor de mensen in onze eigen familiekring? Het is belangrijk dat het gezin/de familie een veilige plek is waarin mensen lief en leed kunnen delen en er voor elkaar zijn. Maar trekken wij ons niet te vaak terug in die kleine kring om van daaruit anderen verantwoordelijk te houden voor onrecht in de samenleving of in de wereld?

Binnenkort zijn er verkiezingen. Misschien kunnen we bij onze keuze in het stemhokje ook laten meespelen dat we niet alleen kiezen voor eigen welvaart, voor eigen volk. Dat we oog hebben voor wie onrecht aangedaan wordt, voor wie tekortkomt. En hopelijk geven we mensen die ooit een verkeerde keuze maakten de kans om het anders te gaan doen en het heilloze en doelloze pad te verlaten. Immers ‘wie zonder zonde is…’.

Ds. Menno Valk