Skip to main content

Oneindige tederheid

Eén die al dit vallen oneindig teder in Zijn handen houdt

De bladeren van de bomen achter ons huis dwarrelen vanuit de hoogte en vallen op het gras. Een regen aan eikels is al eerder naar beneden gekomen. Het is herfst.
In deze tijd komt vaak het gedicht Herbst van Rainer Maria Rilke in mijn gedachten:
  De bladeren vallen, vallen als van ver,
  als welkten in de hemel verre tuinen…
Het vallen van de bladeren wordt in het gedicht ook van toepassing op mensen:
  Wij allen vallen. Deze hand zal vallen.
  En kijk je naar de andere: het is in allen.
Alle mensen, alle schepselen zijn kwetsbaar en sterfelijk. Zo is het leven. Maar misschien duidt dit vallen ook op iets anders. Wij spreken over de zondeval, en over een gevallen vrouw (gek genoeg hebben we het nooit over een ‘gevallen man’). Vallen is meer dan struikelen en duidt op misstappen, fouten, falen, ons menselijk tekort.

Al enige tijd ligt op mijn bureau een interview met de Remonstrantse predikant Joost Röselaers (Trouw, maandag 29 augustus). In een spannende fase van zijn leven heeft het gedicht van Rilke hem tot de ontdekking gebracht dat je niet dieper kunt vallen dan in Gods hand. Mooi om te lezen hoe deze belofte een bron van moed en steun kan zijn in het leven en bij het sterven.
ds. Menno Valk

 

Uit het interview van Stijn Fens met Joost Röselaers:
“In maart van dit jaar werd bij mijn vrouw een hersentumor ontdekt. We kregen het te horen bij de neuroloog, op een vrijdagmiddag. Pas de maandag erna zou duidelijk worden of het goed- of kwaadaardig was. Met dit nieuws moesten we het weekend zien door te komen. Slapen lukte die eerste nacht nauwelijks. Mijn vrouw hield er rekening mee dat ze de kinderen niet zou zien opgroeien. Dat riep veel vragen en vooral emoties op. (…) Op zondag zijn we met z’n vieren gewoon naar de kerk gegaan. In een vrij behoudende gemeente. Het werd mijn coming-out als diep vroom mens. Als predikant ben ik veel maatschappelijk bezig. Het is niet dat ik de Hand blad hartGodsvraag uit de weg ben gegaan, maar ik heb die niet altijd centraal gesteld. Nu lag-ie hier levensgroot voor mijn neus. Ik had gewoon een gelovige preek nodig. De overdenking die zondag was fantastisch en ging over God als basis naar aanleiding van het Evangelie van de overspelige vrouw. Jezus toont zoveel liefde en aanvaarding naar die vrouw.

Vanaf toen wisten we: wat er ook gaat gebeuren: we worden door God gedragen. God gaat met je mee en laat je nooit vallen. Zoals de dichter Rainer Maria Rilke zo mooi zegt: "Toch is er Eén die al dit vallen oneindig teder in Zijn handen houdt.”
“Ik ben door Rilke God met de diepte gaan verbinden. Je kunt niet dieper vallen dan in Gods hand. Dat hebben we echt ervaren. Laten we niet al te krampachtig aan het leven vasthouden, want er is een God die ons draagt. Het komt goed.
De tumor bleek uiteindelijk goedaardig. Mijn vrouw is succesvol geopereerd. We zijn net met de kinderen met vakantie geweest en we kunnen weer bouwen aan de toekomst. Bij een uitvaart zeg ik een oud remonstrants formulier na:
‘Hetzij wij leven, hetzij wij sterven, wij zijn van God. Wij behoren God toe.’ Dat is de basis.”