Skip to main content

Kruisje slaan

In de Paaswake kregen we een doopkruis getekend op ons voorhoofd. Zoals een Rooms-Katholieke gelovige met wijwater een kruisje tekent op zijn/haar voorhoofd als verwijzing naar de doop, naar het verbonden zijn met Christus’ dood en opstanding (Rom. 6:4).

Mijn gedachten gaan terug naar mijn studie in Tübingen. Daar bezocht ik ’s zondags een Lutherse kerk in de buurt van waar ik toen woonde. In mijn herinnering zie ik nog de predikant staan, die de dienst wijdde met het slaan van een groot kruis: In Namen des Vaters und des Sohnes und des heiligen Geistes. Dat was ik, opgegroeid in de Calvinistische traditie, niet gewend, maar ik merkte dat dit gebaar me wel aantrok.

Later, toen ik predikant was in Eerbeek, heb ik de uitvaart geleid van een Rooms-Katholieke buurvrouw. Zij had mij gevraagd voor te gaan in haar afscheidsdienst. In de geest van haar traditie sloeg ik aan het einde van de dienst een kruis van hoofd naar borst en van links naar rechts. Het voelde als een soort ‘coming-out’.

het kruis frontcoverOp dit moment lees ik het boek Het kruis. Biografie van een symbool van Alfred Bronswijk. Daarin lees ik dat het slaan van een kruisje al in de oude Kerk gebruikelijk was. Het werd zelfs aanbevolen als teken van geloof door de kerkvaders, zowel in kerkdiensten als in het persoonlijke geloofsleven. Bronswijk vermoedt dat Paulus daar ook naar verwijst in Efez. 1: 13 als hij schrijft dat we gemerkt zijn met het stempel van de heilige Geest.

In de tijd van de Reformatie werd het symbool echter als bijgeloof afgeschreven. In onze calvinistische traditie zijn we als gevolg van deze afwijzing niet gewend aan dit geloofsgebaar. In navolging van Luther hield men in de lutherse traditie echter vast aan het slaan van een kruis bij begin en einde van de dienst. Ik ervaar dit als een veelzeggend teken, zeker in tijden als de onze waarin beelden soms meer zeggen dan woorden. Tegenwoordig sla ik daarom soms als slot van de zegen een kruis. Nog op de lutherse manier, in de ruimte, maar misschien nog eens op de ‘katholieke’ manier. Tenslotte ben ik een Protestants-Katholiek gelovige…

Ds. Menno Valk